Uit een psalm van David, die drie componenten gebruikt: klagen, maar ook uitingen van vertrouwen en lofprijzing, en dat dubbel, omdat de cyclus herhaald wordt, komt onze dag tekst. Het is het laatste vers van dit lied, de oproep om sterk en moedig te zijn en altijd op de HERE, JHWH, te blijven hopen. Dat kan hij zeggen omdat hij het ervaren heeft in zijn leven. Ja, er waren tijden dat de klacht, of God Zich nog wel zijn lot aantrok, over zijn lippen kwam. Maar hij heeft ook ervaren dat God in de nood erbij kwam en uitreding boodt. Dat is de reden dat hij zijn psalm in majeur afsluit. Hoe hoog de nood ook is, hoe uitzichtloos de situatie: altijd sterk en moedig blijven en nooit de hoop verloren. Moed verloren al verloren, luidt het gezegde. En niet omdat je het zelf kunt, maar omdat Hij het kan en paraat staat. |
|